“Kosmisch voelen”…
…is – of beter gezegd was – iets heel alledaags, zo normaal dat we het nauwelijks hebben opgemerkt. Zo lag het tenminste voor mij. Onder “kosmisch gevoel” moet niet een bijzondere toestand worden verstaan die door middel van oefeningen of rituelen tot stand moet worden gebracht, maar een normaal zich verbonden voelen in de ziel met zowel de nabije als de verre omgeving, ja zelfs tot in de oneindige kosmische ruimte.
Het was normaal om via de adem verbonden te zijn met de wereld en de omgeving. Het voelen van de lichtheid en ruimtelijkheid, het geïntegreerd zijn in de open ruimte, de lucht overal, in mij en om mij heen was een gegeven, zodat het als een innerlijke valpartij was toen de vrije stroom van de adembeweging plotseling op vochtige, ondoordringbare wanden in mijn gelaat stuitte, die niet alleen de lucht, maar ook het bewustzijn achter de stofbarrière dempten.
Pas nu werd ik me bewust van de uitgestrektheid waarin mijn adem – en daarmee mijn bewustzijn – zich vroeger bewoog! Het gewichtsloze stromen, het afwisselend uitzwaaien en terugkeren naar mezelf in een centrum, het aangeraakt worden door iets buiten mij….
“Ik leef!” juichte het in stille, ongehoorde tonen. En deze “ik” in mij wil iets. Maar nu, met dat doekje, voelt de ademhaling gemechaniseerd en “dood” aan. Het lichaam lijkt op een machine, het brengt – zo wordt gezegd – leven voort. Is dat echt zo? De beweging van de adem is opmerkelijk zwaarder geworden en gereduceerd tot een puur lichamelijke aangelegenheid. Vroeger was ze kosmisch-levend-bewogen. Waar komt het leven eigenlijk vandaan?
Erika Stolze
Vertaald met behulp van www.DeepL.com/Translator (gratis versie)